Eenzaam naar het feest der (h)erkenning

Eenzaam naar het feest der (h)erkenning

In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ […] Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’
[Matteüs 3: 1-3 en 16-17]

‘In 2016 gaf een schokkende 43 procent van de Nederlandse bevolking aan (sociaal) eenzaam te zijn, waarvan 10 procent ernstig tot zeer ernstig,’ lees ik in Het leven als tragikomedie van cabaretier en filosoof Tim Fransen. En in de afgelopen jaren worden op Twitter de hashtags #eenzamejongeren en #maatjegezocht veelvuldig gebruikt. Vorig jaar werd het zelfs een trending topic, wat een lawine aan lieve betrokkenheid opleverde.

Ook ik ben bekend met gevoelens van eenzaamheid. Het gevoel nooit ergens écht helemaal thuis te zijn, overvalt me regelmatig. Vooral in de wintermaanden met de bijbehorende blues. Ik trek me op aan de avondjes met mijn vrouw, de paar echt goede gesprekken met vrienden, nieuwe ontmoetingen, (spiritueel) voedende boeken, en, ja, ook met verdoving van dat vretende gevoel: leuke en domme dingen doen. En niet te vergeten: ik geloof net als Tim Fransen in de tragikomische kracht van humor. Tragiek is zwaar, komedie biedt een goed tegenwicht.

Laatst klaagde een stem in mezelf toen mijn vrouw een weekendje weg was: ‘Ik voel me zo verdomd alleen.’ Een andere stem in me reageerde: ‘Jij ook al?’ Waarop de eerste stem zei: ‘Zullen we ons samen eenzaam voelen?’ ‘Is goed’, zegt de tweede stem opgelucht, ‘zijn we fijn schizofralleen.’

Dan zit ik om mezelf te lachen. En dan zie ik in gedachten mensen naar me kijken, die ik als een derde stem van buitenaf hoor zeggen: ‘Nou zeg, die jongen heeft het getroffen met zichzelf. Die moet wel gelukkig zijn.’

Jezus hoort ook stemmen, lees ik. Eerste een derde stem. Een stille. Een duif. Duiven zeggen nooit wat. Die lopen op of om je heen op zoek naar stukjes patat. Doen ook geen vlieg kwaad. Lekker vredig. Eigenlijk gaat er een soort postduif op Jezus’ hoofd of schouder zitten. Hij is alleen de brief vergeten. Met de boodschap. Maar gelukkig, die komt er al snel achteraan. Ik noem dat de eerste stem (de tweede stem is die van Jezus zelf). Het is een stem van liefde. ‘Dit is mijn geliefde Zoon.’

Ik moet dan altijd aan mijn eigen naam denken. David betekent geliefde. Alsof mijn lieve ouders onbewust wisten dat ze het niet hardop tegen me zouden zeggen, maar het me wel gunnen en natuurlijk diep van binnen voelen. Via mijn naam hoor ik zo vaak dat ik geliefd ben. Ook door mijn ouders. Ik verlang het diepst naar verbale en lijfelijke liefde. Zeg tegen mij dat je van me houdt terwijl je me aanraakt of knuffelt, en mijn lange lijf wordt zo slap als een vaatdoek. Heerlijk!

Het is ook een stem van blijdschap. Het tweede deel – ‘In hem vind ik vreugde’ – vind ik een prachtige vertaling. De Allerhoogste wordt zelf blij van Jezus. Maar de vertaling biedt net wat meer: de Allerhoogste vindt vreugde in Jezus zelf. Er zit een bron van blijdschap in de man van Nazaret. Zoek in Jezus, en je vindt vreugde in hem.

Ik ben jaloers op Jezus. Ik zou die goddelijke stem ook wel eens willen horen. Op dit moment wéét ik vooral dat God van me houdt. En soms voel ik het. Als die bron in mij wordt aangeroerd, in muziek of tijdens een gebed. Dan voel ik me zo gezien en geliefd.

Maar de eenzaamheid blijft. Dat voelt ontzettend rot, maar ik denk ook dat het bij het echte leven hoort. Jezus zelf was het ook, vooral in zijn laatste week. Maar in de jaren ervoor net zo goed. Het idee alleen al dat geen hond je begrijpt, zelfs je beste vrienden niet, die je ook nog eens als ontrouwe honden verlaten. Vretend moet dat zijn geweest. En toch bleef hij zich in zijn missie vastbijten. Jezus dealde met zijn eenzaamheid, ging erdoorheen. Misschien omdat het eenzaamheidsgevoel niet de bodem van ons bestaan, van onze ziel is? Dat liefde, ook zelfliefde, en vreugde, ook blij zijn met jezelf, dieper liggen? Dat we echt kunnen teren op goddelijke liefde en vreugde, zelfs als het teren ons helemaal verteert – en iedereen om ons heen al snel de tering kan krijgen. (Johannes riep op om de weg van de Heer klaar te maken, een weg van liefde en vreugde. Daar komt natuurlijk niks van terecht als we niet van onszelf kunnen of leren houden, of geen diepe vreugde met onszelf leren hebben. Ik zie hierin een groot westers probleem, en een belangrijke oorzaak van veel boosheid en onvrede in ons geseculariseerde landje.)

Ook ik denk dat we in onze tijd van ‘ikkigheid’ en ‘leukigheid’ (Dirk de Wachter) te eenzijdig en te negatief over eenzaamheid denken. En als gelovige kerel voeg ik eraan toe dat we zouden moeten overwegen God gauw weer tot leven te wekken. Of beter gezegd: dat we zelf wakker worden. Minder cynisch zijn. Minder boos omdat ons leven niet altijd naar onze zin verloopt. Minder beïnvloedbaar door technische vooruitgang en God-ontkenners (helaas vaak ook de dominees van nu: de cabaretiers – leve Herman Finkers!). God is nooit dood geweest. Alleen voor het gevoel: dat weekend, na de kruisiging. Of in ons eigen gevoel, door ervaringen die we hebben opgedaan. En gevoelens mogen er natuurlijk altijd zijn, maar durven we ze nog te bevragen?

Eenzaamheid levert een hoop shit en pijn op. Is ook echt een probleem. Maar eenzaamheid is nooit hopeloos. Geloof ik.

De weg naar het feest der (h)erkenning – ‘Ik ben geliefd, God is blij met mij’ –  verloopt altijd via de nauwe straatjes van de eenzaamheid. Maar ook die steentjes liggen op een bodem van liefde en vreugde.

[Dit is de 12e blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]

 

Vrolijk heilig

 

Vrolijk heilig

Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht.
Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd.
Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.
Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open.
[Jesaja 53: 3-7]

Het is nooit de bedoeling geweest dat zoiets als ‘het christendom’ zou ontstaan. Jezus Christus is en blijft een Jood, geen christen. In die zin maakt de veelgebruikte term “joods-christelijk” me verdrietig. Ik zou willen dat elke jood Jezus omarmde én ik zou willen dat christenen zich veel meer zouden verbinden met de joodse (bijbelse) geschiedenis.

In veel christelijke kerken wordt bijvoorbeeld bijna niks meer met de Psalmen gedaan. Zonde vind ik dat, en het is volgens mij een van de redenen waarom westerse christenen een kwalijk egocentrische en niet-joodse bijbelvisie en “evangelisatie”-drang kunnen hebben ontwikkeld: ‘Als ik maar in de hemel kom – en Jezus heeft dat geregeld. Wie dat niet gelooft, wacht de eeuwige hel.’ Gelukkig krijgen steeds meer christenen dit hun strot (en denken?) niet meer uit. Ook christenen kunnen bij hun gevoel komen, concludeer ik dan hoopvol.

Het klinkt misschien vreemd, maar ergens voel ik me diep verbonden met joden. Als ik bijvoorbeeld deze video zie, wil ik aan die tafel aanschuiven. En net zo lang meedoen. Ik voel een soort mix van gezelligheid en melancholie, die ik ook in mezelf herken. En mijn verlangen om dingen te doordenken en te doorleven, hangt samen met die diep doorleefde en constant overdachte geschiedenis van het joodse volk. Met veel downs, tot het steeds terugkerende antisemitisme toe. Maar zeker ook ups. Met joden weet je één ding zeker: het wordt nooit saai.

Op mijn studeerkamer hangt dit portret van Jezus, geschilderd door een kind. Of het Jezus echt is, weet ik niet, maar hij raakt me wel. Hij kijkt dwars door me heen. ‘De ogen zijn de lamp van de ziel,’ doceerde Jezus van Nazaret. (Overigens vind ik dit portret ook mooi, later in haar leven geschilderd, en wat realistischer.)

Een andere reden voor mijn voorliefde voor joden, is hun viering van het pesachmaal. Het joodse avondmaal, zeg maar. Een tijd geleden maakte ik zo’n pesachmaaltijd mee, met aan het hoofd een messiasbelijdende jood. Tijdens de maaltijd herdenken de joden de bevrijding van de slavernij uit Egypte. In een meergangenmenu. Met aan het eind van elke gang een goed glas wijn. Messiasbelijdende joden vullen die pesachmaaltijd in met dezelfde gangen, maar dan verbonden met de laatste dagen van Jezus, inclusief zijn kruisiging: de bevrijding uit de slavernij van het kwaad. Met alle ellende en pijn die zowel bij de exodus uit Egypte als bij Jezus’ uiteinde kwam kijken – en we bijvoorbeeld in Jesaja 53 lezen.

Op een gegeven moment zeg ik tegen de gastheer: ‘Na elke gang zo’n glas wijn. Daar wordt het wel gezelliger van, vind je niet?’ Hij kijkt me aan en zegt: ‘Je weet waar het Hebreeuwse woord ‘gein’ vandaan komt?’
Ik moet lachen, en neem nog een slok. ‘Van genade’, denk ik bij mezelf. En hij zegt: ‘Lachen en moppen tappen hoort bij het pesachmaal.’

En ik denk: ‘Komen wij aan met ons christelijk avondmaal. Dat zogenaamd heilig is. Of moet zijn. Eén stukje brood. Eén slokje wijn. Geen vrolijk woord dat de pijn verlicht. Geen grap die lucht geeft.
Wie wil er zo vanavond bij de avondmaaltijd bij zitten?

Jezus werd veracht, vermeden, gekruisigd.
Jezus was vaak op feestjes te vinden en kreeg ‘zuipschuit’ en ‘vreetzak’ als (overigens onterechte) bijnamen. Maar feesten kon hij.

Tom Wright, mijn favoriete theoloog, schrijft dat op Goede Vrijdag, de dag van Jezus’ kruisiging, de revolutie begon.

De revolutie van mijn verlangen is dat iedereen van harte Jezus Christus gaat zien. Ook in de oude teksten.
Maar het christelijk avondmaal kan ook wel een revolutie gebruiken. Ik zie het al voor me: het vrolijk-heilige avondmaal. Omdat ook de (gast)heer vrolijk heilig leefde en stierf.

[Dit is de 11e blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]

 

 

 

Respectvol lezen en leven

Respectvol lezen en leven

Prediker was een wijs man en heeft het volk veel kennis bijgebracht. Hij heeft gewikt en gewogen en veel spreuken opgesteld. In treffende spreuken probeerde Prediker de waarheid getrouw onder woorden te brengen. De woorden van de wijzen zijn zo scherp en puntig als een ossenprik, al hun spreuken zijn ons door één herder ingeprent.
En tot slot, mijn zoon, nog deze waarschuwing: er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt, en veel lezen mat het lichaam af. Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens, want God oordeelt over elke daad, ook over de verborgen daden, zowel over de goede als de slechte.
[Prediker 12: 9-14]

Mijn leraar Latijn van de middelbare school heeft ooit eens tegen mijn ouders op een ouderavond gezegd: ‘Jullie zoon David is een intelligente jongen. Het is alleen jammer dat hij zo weinig leest.’

Hij had gelijk. Ik leefde voor het voetbal, van weekend naar weekend, en doordeweeks net zo goed. Ik kom niet uit een leescultuur. Ik kan het me niet eens voorstellen dat we met ons grote gezin (pa, ma en zeven jongens) een boek bespreken. We houden het liever gewoon bij onze eigen mening. En vooral als het over voetbal gaat, kunnen we heerlijk tekeergaan, met vijf Ajax- en drie PSV-fans*… en een zuchtende anti-voetbal-moeder. Of zou ze juist wijs haar mond houden?

Later ben ik het advies van de leraar gaan opvolgen. Ik hou van theologische boeken die dichtbij de bijbelverhalen blijven, en ik lees alles over het enneagram, een inspirerend en inzichtgevend gedragsmodel. Ik ontdekte gaandeweg wat Prediker (koning Salomo van Israël?) schrijft: ‘Er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt.’ Je kunt je echt helemaal naar de gallemiezen lezen.

Deze week las ik in een tweet dat jongeren steeds minder én steeds minder ‘diep lezen’. Ook deze blogs worden niet zo veel gelezen. De afleiding is groot en het gevoel dat we iets anders missen als we ons langer concentreren op één boek, blog of artikel, zit diep in ons. Bovendien piept en trilt onze telefoon alweer. Ik denk niet dat het probleem dat Prediker beschrijft – ‘Veel lezen mat het lichaam af’ – door veel mensen wordt herkend.

Ik zou zeggen: laten we meer gaan lezen. Er de tijd voor nemen. En langzaamaan de grenzen opzoeken van ons mentale en fysieke gestel. Zou lezen echt ons lijf kunnen afmatten en uitputten?

Een profeet riep eens rond in Israël: ‘Het volk gaat door gebrek aan kennis ten onder.’ Ik kan daarvan getuigen, als het over mezelf gaat. Ik was (en ben vaak nog) een kerel die weinig las maar wel heel veel eigen mening had, en veel dacht te weten.

En volgens mij is de (politieke) onrust in ons land, Europa en de wereld ook een gevolg van ons gebrek aan lees- en overdenktijd. Daarbij denk ik dat die bewust gekozen leesruimte het ontzag en het respect voor God en zijn geboden – volgens Prediker de kern van alles – zou kunnen terugbrengen. ‘Respect’ vind ik een enerzijds een hol, anderzijds een mooi Latijns (jaja) woord. Terug-kijken. Her-zien. En dat in combinatie met verwondering. ‘Ik heb respect voor jou!’

God, de bron van liefde en waarheid, heeft ook respect. Hij kijkt terug op onze daden. Hij herziet ze. Zowel de goede als de slechte. Ook nu al. Elke keer als wij zelf eerlijk reflecteren op onze goede en slechte daden, is dat God-in-ons-in-actie. En ik geloof ook in een eindoordeel. Gelukkig door een man die dat eerlijk en messcherp in alle liefde en waarheid kan.

Voor die reflectietijd moeten we natuurlijk wel de rust en tijd nemen. En onszelf en anderen erop durven aanspreken als er enkel en alleen ‘eigen mening’ wordt verkondigd. Onder het mom van ‘respect voor elkaar’.
Wie eerlijk leeft, voelt het verschil aan tussen wijsheid en eigenwijsheid.

Ik stel me op deze zondag/rustdag deze vraag: zou er een verband bestaan tussen secularisatie (allereerst in mijn eigen hart en leven) en de leestijd die we nemen?

* Ik voorspel een 2-1 overwinning vanmiddag. Voor Ajax uiteraard.

[Dit is de tiende blog in de Maand van de Bijbel (van 24 januari tot 14 februari), waarin 22 dagen achter elkaar 22 blogs worden geschreven over bijbelse kernpassages. Joachim Vreeman, Paul Abspoel en ik hebben dit initiatief georganiseerd. Alle blogs worden verzameld in de #MVDBblogs-Facebookgroep]